Josefien Tondeleir
Fototentoonstelling Remains
‘Remains’ - dat wat overblijft.
Na het overlijden van haar grootouders (met één dag verschil), ging het leven van Josefien Tondeleir gewoon verder. Door Covid waren er strikte bezoekbepalingen, en ook de afscheidsdienst was tot het minimum beperkt. Pas maanden later, toen het huis van haar grootouders bijna leeg stond, drong het tot haar binnen: ze zijn er echt niet meer.
In de hoop nog een stukje van hen bij zich te houden, ging ze op bezoek bij hen thuis. Het meeste van de inboedel en bezittingen waren al weg. Verdeeld onder familie, verkocht aan opkopers. Dat wat overbleef, is waar Tondeleir mee aan de slag ging. Op regelmatige basis bezocht ze het huis van haar grootouders. Ze keek door het keukenraam en zag een vogel zitten op de omheining van de tuin. Ze voelde zich plots heel dicht bij haar grootouders, doordat ze naar hetzelfde tafereel keek waar zij de afgelopen 50 jaren ook naar hadden gekeken.
Het verlies van haar laatst levende grootouders, hield meteen ook het verlies van een belangrijk deel van haar zelf in: ze was niet langer kleinkind. Spelenderwijs nam ze afscheid van zowel haar grootouders als het kleinkind dat ze niet meer was. Ze trok haar grootouders hun kleren aan, en maakte zelfportretten. Ze speelde met stoelen, elastiekjes en emmers. Ze creëerde als het ware taferelen ter ere van hen, en van het kleinkind in zichzelf. Intussen is het huis verkocht, en omgetoverd tot een wit blokje. Wat er nog rest, is de vijgenboom in de tuin, foto’s en herinneringen. En twee potjes as.
Josefien Tondeleir
Remains
‘Remains’ - dat wat overblijft.
Na het overlijden van haar grootouders (met één dag verschil), ging het leven van Josefien Tondeleir gewoon verder. Door Covid waren er strikte bezoekbepalingen, en ook de afscheidsdienst was tot het minimum beperkt. Pas maanden later, toen het huis van haar grootouders bijna leeg stond, drong het tot haar binnen: ze zijn er echt niet meer.
In de hoop nog een stukje van hen bij zich te houden, ging ze op bezoek bij hen thuis. Het meeste van de inboedel en bezittingen waren al weg. Verdeeld onder familie, verkocht aan opkopers. Dat wat overbleef, is waar Tondeleir mee aan de slag ging. Op regelmatige basis bezocht ze het huis van haar grootouders. Ze keek door het keukenraam en zag een vogel zitten op de omheining van de tuin. Ze voelde zich plots heel dicht bij haar grootouders, doordat ze naar hetzelfde tafereel keek waar zij de afgelopen 50 jaren ook naar hadden gekeken.
Het verlies van haar laatst levende grootouders, hield meteen ook het verlies van een belangrijk deel van haar zelf in: ze was niet langer kleinkind. Spelenderwijs nam ze afscheid van zowel haar grootouders als het kleinkind dat ze niet meer was. Ze trok haar grootouders hun kleren aan, en maakte zelfportretten. Ze speelde met stoelen, elastiekjes en emmers. Ze creëerde als het ware taferelen ter ere van hen, en van het kleinkind in zichzelf. Intussen is het huis verkocht, en omgetoverd tot een wit blokje. Wat er nog rest, is de vijgenboom in de tuin, foto’s en herinneringen. En twee potjes as.